Elleboogincongruentie

Bij een incongruente elleboog zijn de ulna (ellepijp) en radius (spaakbeen) niet gelijk in lengte waardoor er een ‘trap’ ontstaat en het gewricht niet goed in elkaar past. De incongruentie op zich kan een oorzaak zijn van manken, maar het het kan ook aanleiding geven tot andere aandoeningen. Zo kan een te korte ulna (ellepijp) aanleiding geven tot een losse processus anconeus (LPA) en een te korte radius speelt mogelijks mee in de ontwikkeling van medial coronoid disease (MCD).

Wellicht is er een erfelijke aanleg. Berner Sennenhonden hebben bijvoorbeeld een aantoonbare aanleg voor een te kort spaakbeen (radius), maar ook bij Duitse herders en Retrievers wordt het vastgesteld. Bassets en Engelse Bulldogs hebben juist vaker last van een te korte ellepijp (ulna). De symptomen ontstaan vaak tijdens de groei, op een leeftijd van 5 tot 6 maanden. Door het vaak samen voorkomen met andere vormen van elleboogdysplasie, is het niet altijd even makkelijk om uit te maken of de klachten van incongruentie of van een ander elleboogprobleem uitgaan. Hoe erger de incongruentie, hoe groter de kans dat de hond er effectief mank van loopt.

De diagnose gebeurt door de combinatie van een goed klinisch onderzoek, zeer goede DR-röntgenopnames van hoge resolutie en artroscopie. Ook een CT-scan kan incongruentie vaststellen.

In geval van erge incongruentie van het gewricht bij jonge honden, wordt naast een artroscopische behandeling van het gewricht soms een ulnectomie uitgevoerd. Dit is een chirurgische ingreep waarbij de ellepijp schuin wordt doorgezaagd zodat een lichte verplaatsing van het bot mogelijk is en zo de ‘trap’ in het gewricht verkleint.

Maak hier uw afspraak met Professor Van Ryssen

Boek vlot online

Een afspraak kan u gemakkelijk inboeken via onze online agenda
Maak een afspraak